Nieuw onderzoek: De associatie tussen stotterimpact en psychosociale aspecten
Een groot aantal volwassenen die stotteren heeft deelgenomen aan het onderzoek ‘Genetica van stotteren’ van het Max Planck Instituut. In dit onderzoek werd ook een vragenlijst ingevuld, waarmee verschillende aspecten van stotteren werden gemeten. Inmiddels is het eerste artikel over dit onderzoek gepubliceerd en hier te lezen. Dit deelonderzoek werd gefinancierd door het Stotterfonds.
Het artikel maakt een onderscheid tussen personen met hoge en lage impact door stotteren. Bij ‘impact’ gaat het niet alleen om het fysieke stotteren: Ook de mate van angst en ervaren last is meegenomen. Er bleek een best groot verschil tussen hoeveel impact mensen van stotteren ervaren in hun dagelijks leven. De groep die een hoge impact ervaart, rapporteerde ook hogere maten van impact op school, werk, mate van depressie, angst en stress. Ook ervaren deze mensen meer emotionele en fysieke reacties bij hun stotteren. Voor anderen is de impact van stotteren minimaal. Het was opvallend dat juist mensen die een hoge impact van stotteren ervaren, al veel verschillende stottertherapieën hebben gevolgd.
Dit onderzoek benadrukt de grote verschillen in last en impact van stotteren. Impact is daarbij niet alleen afhankelijk van het fysieke stotteren: Een deel van de mensen rapporteerden hoge angst en impact van stotteren, terwijl frequentie van stotteren laag was. De onderzoekers benadrukken ook het belang van persoonsgerichte therapieën, waarbij aandacht is voor het onderdeel dat de hoogste impact van stotteren veroorzaakt. Bijvoorbeeld een meer psychologische aanpak voor mensen met een hoge angst. Hopelijk kan therapie in de toekomst nog beter aansluiten bij wat een persoon écht nodig heeft.